Toch nog even over die #dienstplicht van Hoekstra (CDA)
Lekker op straat hangen met wiet en breezers!
Er zijn maar een paar prakkies in het leven die - net als een restje zuurkool - lekkerder worden wanneer je ze nog een keer opbakt. De militaire dienstplicht hoort daar zeker weten niet bij, bewees CDA-lijstrekker Wopke Hoekstra toen hij het voor de zoveelste keer van stal haalde.
Terwijl Nederlandse militairen in Uruzgan zaten, moest in 2008 toenmalige minister van Defensie Eimert van Middelkoop (ChristenUnie) op het matje komen in de Tweede Kamer. Hij had Vrij Nederland laten weten dat hij ‘blij was’ niet in dienst te zijn geweest: ‘‘Tijdens die twee dagen militaire keuring voelde ik: dit is helemaal niets voor mij. Hier ga ik doodongelukkig van worden.” Heel erg koddig voor een minister aan het hoofd van een hiërarchische organisatie was de ontboezeming dat hij moeite heeft met gezag: “Dat woord zit niet echt in mijn vocabulaire.”
Nu heb ik mij altijd afgevraagd of deze uitspraken iets over Van Middelkoop als individu zeiden of juist heel tekenend zijn voor Nederland, waar iemand met zo’n grondhouding ten aanzien van Defensie überhaupt minister van dat departement kan worden.
Ah, de dienstplicht…. <3
Toen hoog- en laagopgeleid nog samenkwam. Uit alle hoeken van de samenleving. Een argument dat vooral veel weerklank vindt bij de hoogopgeleide, goed verdienende progressieve elite. Een dienstplicht geeft ‘puberende jongens de kans om uit te razen op de hei’, beargumenteerde ‘organisatiefilosoof’ Bouke Nagel zeven jaar geleden in De Volkskrant. Het was namelijk 2016 toen Sybrand Buma - destijds lijsttrekker van het CDA - hetzelfde ballonnetje van herinvoering van de dienstplicht in verkiezingstijd losliet. Sander Schimmelpenninck, die zich later door diezelfde progressieve elite van De Volkskrant en de VPRO lucratief liet omarmen als de Bekeerde Knuffelkapitalist, schreef zelfs dat de dienstplicht ‘de kloof’ zou kunnen dichten: “Kleingeestige ambtenaren zullen mompelen dat het allemaal te duur is, maar de positieve financiële effecten zouden heel goed de kosten kunnen overstijgen”, schreef hij. Maar is dat wel zo?
Eerst even een en ander van elkaar lostrekken, want er wordt een heleboel op de grote hoop geveegd. Het is allereerst de vraag hoe, en welke, argumenten voortvloeien uit voorgaande beweringen. Wil je ‘de kloof’ oplossen, met goedkope arbeid als bijkomend voordeel? Of wil je goedkope arbeid, met mooie bijkomstigheid dat je ‘de kloof’ helpt dichten?
Voor Defensie zelf gaat het sowieso primair om een mogelijke oplossing voor een groot personeelstekort. Zo zei toenmalig commandant der strijdkrachten Rob Bauer in 2019, drie jaar na dat zoveelste CDA-ballonnetje van Buma, dat de politiek moest nadenken over het oplossen van dit tekort en het opnieuw activeren van de dienstplicht een optie zou kunnen zijn. Destijds minister van Defensie, Ank Bijleveld, zette haar ‘kleingeestige ambtenaren’ aan het rekenen en liet de Tweede Kamer weten dat het “volgens een grove schatting Defensie jaarlijks 70 miljoen euro [gaat] kosten om duizend jongeren op te roepen en een basisopleiding te geven. Het eerste jaar zouden de kosten hoger uitvallen door investeringen in vastgoed, extra materieel, wapens en munitie.” In totaal zou dit neerkomen op 15 miljard euro en daarmee bijna het dubbele van de toenmalige defensiebegroting.
Precies dat is het probleem. Net zoals een Van Middelkoop minister van Defensie kan worden zonder ook maar enige feeling met de organisatie te hebben, zo kan iemand die zelf te belabberd is een Casio’tje erbij te pakken (of naar de telefoon te grijpen) als toenmalig hoofdredacteur van een financieel blaadje prematuur foeteren over ‘kleingeestige ambtenaren’. Want als je in Nederland de juiste mening hebt, heb je de luxe om deze nooit feitelijk te hoeven onderbouwen en kun je deze dus ondanks bovenstaande cijfers lekker blijven herhalen:

Zo kan het dus ook gebeuren dat een politiek proefballonnetje om de zoveel jaar opnieuw wordt gelanceerd en blijft hangen tegen een plafond van losse claims over het ‘dichten van een kloof’, het ‘oplossen van tekorten’ en allerhande conservatief-romantische retoriek over langharig werkschuw tuig dat nog een beetje discipline leert, net als vroeger toen de mannen nog van staal waren en de boten van hout.
Oplossing voor welk probleem precies?
De belangrijkste vraag is voor welk probleem de (hernieuwde) dienstplicht een oplossing is. Zolang het wordt gezien als maatschappelijk duizend-dingen-doekje voor sociale (her)opvoeding, het dichten van de kloof én het oplossen van personeelstekort, zal het altijd een gelegenheidsoplossing zijn om de politieke achterban mee te paaien. We hebben al gezien dat je er politiek alle kanten mee op kunt: de mopperige ‘vroegah’-snorren tot de zelffeliciterende Correspedant-progressieven kunnen er goed mee uit de voeten op een kringverjaardag.
Dat zijn ingrediënten voor een trending hashtag op de zaterdagmiddag (altijd leuk in verkiezingstijd), maar inhoudelijk schiet je er geen fluit mee op. Zeker omdat de ene keer gesproken wordt over een militaire dienstplicht en de volgende ronde juist weer over een maatschappelijke dienstplicht. Ja leuk, maar hoeveel procent van die 200.000 jongeren gaan in het onderwijs, de zorg en wat blijft er dan over voor defensie? Je zult toch echt eerst het probleem moeten definiëren en afbakenen voordat je er iets zinnigs over kunt zeggen. Helaas leven we in een tijd waar politici zodanig grossieren in vaagtaal, dat zelfs Teletekst tekstueel de handen wanhopig in de lucht gooit:


Voor het gemak beperk ik mij hier even tot Defensie en de militaire dienstplicht. Overigens is het relevant te vermelden dat de dienstplicht in Nederland nooit letterlijk is afgeschaft, sinds 1 mei 1997 is de opkomstplicht tot nader order uitgesteld. Als het dus gaat over ‘dienstplicht weer invoeren’, gaat het technisch gesproken om de jongeren die een brief krijgen om hen te verplichten aan de hernieuwde gehoor te geven. Enfin.
Hoekstra sprak over 200.000 jongeren, dat is een lekkere poule met arbeidspotentieel zou je zeggen. Klinkt als een potentieel te vergeven paard dat zeker Defensie - met 9000 openstaande ‘functies’ - toch niet in de bek wil kijken? De vraag is natuurlijk welke functies dienstplichtigen dan op zouden kunnen vullen. De tekorten zitten met name in ervaren personeel, onderofficieren in het bijzonder. Deze groep militairen wordt ook wel eens de ruggengraat van de organisatie genoemd: ze vormen een schakel tussen soldaten en officieren, zijn de vakmensen die zorgen dat alles op rolletjes loopt en doen (in de rol van leider en instructeur) vooral aan kwaliteitsbewaking. Juist deze groep wordt notoir slecht betaald, en is qua ervaring en expertise niet eventjes met dienstplichtigen op te vullen.
Hoewel het arbeidsvoorwaardenakkoord vorig jaar (dat tot en met dit jaar loopt) er een schepje bovenop deed voor juist de lagere rangen en schalen, en de toeslagen voor oefeningen en missies met terugwerkende kracht werd verhoogd, is dit natuurlijk een druppel op een gloeiende plaat na jaren van afbreuk aan de organisatie. Zo berekende ik ooit - op basis van loonstrookjes van meerdere militairen - voor Follow the Money dat deze ruggengraat omgerekend naar uurloon in missiegebied nog minder verdienen dan een 16-jarige in de supermarkt. Als dat jarenlang je standaard is, dan moet je niet verbaasd zijn dat deze groep er vandoor gaat. Want juist op het moment dat die opgebouwde ervaring gaat tellen (en de investering zich voor de organisatie terug gaat verdienen), is vaak ook het moment dat deze militairen toe zijn aan een huisje, een boompje en een beestje en dus niet na een oefening thuis bij pa en ma huurvrij een gratis prakkie opgebakken zuurkool meer gaan zitten weg knagen. Wat dat betreft moet er ook rekening gehouden worden met de levensfase van personeel. Resultaat: schrijnend tekort aan vakpersoneel. Zo moest Defensie begin vorig jaar nog onderofficieren die reeds vertrokken waren, opnieuw inhuren omdat ze schietinstructeurs tekort kwamen.
De vraag is dus welk personeelstekort Defensie denkt op te gaan vullen met de dienstplicht? Bij tekort aan personeel wordt vaak het woord ‘ervaren’ vergeten. Dat ervaren personeel relatief snel de benen neemt, is ook niet zo gek als je zelf geen aantrekkelijke werkgever bent, die niet eens marktconforme arbeidsvoorwaarden kan bieden. Plus: waar ga je überhaupt de instructeurs vandaan halen om die 200.000 jongeren te leren schieten? Of de gebouwen om ze te huisvesten? En waar wil je zulke grote getallen laten oefenen? Is er bij het CDA al nagedacht over de heersende bestemmingsplannen, Natura200 gebieden en ‘geluidsexport’? Je moet als organisatie immers wel de achterliggende infrastructuur hebben om al die duizenden jongeren op te kunnen vangen.
Ik heb niet voldoende kennis in huis om het honderd procent dicht te kunnen timmeren, maar ik vermoed dat de andere sectoren waar vaak wordt gesproken over een ‘maatschappelijke dienstplicht’ (onderwijs, politie en zorg) met dezelfde problemen zitten. Het zijn immers ook sectoren die jarenlang zijn afgebroken, waar werk moet worden gedaan vanuit noodvoorzieningen met schrijnend personeelstekort en waar (zo zagen we in coronatijd bij de zorg) geen enkele marge is voor bewegingsvrijheid. Dus ook hier is de stelling: de oplossing voor een kapotbezuinigde publieke sector zonder absorptievermogen is niet om er duizenden onervaren jongeren op los te laten die begeleiding nodig hebben (en dus tijd en energie vragen die de sector helemaal niet heeft).
Ik ben benieuwd of Wopke Hoekstra na vijf maanden en vijf verschillende ‘minister-stagiairs’ die hij de fijne kneepjes van het vak moet leren, die hij niet mag uitbesteden aan zijn ambtenaren en waarbij hij de dienstplichtigen eigenhandig moet begeleiden bij stageverslagen en in beoordelingsrapportages, daarna nog zo enthousiast is over zijn eigen plan?
De effecten
Dan de vermeende neveneffecten. Dat is volgens Hoekstra iets ‘tegen polarisatie’, we zagen verder dingen ‘tegen de kloof’ en ongetwijfeld is er ook wel iemand te vinden die zich verheugt op alle regenbogen schijtende eenhoorns die zo’n voorstel veroorzaakt. Opvallend in deze discussie is dat het alleen maar gaat over veronderstelde neveneffecten en niemand de moeite neemt om eens te kijken naar de gemeten effecten. Nederland is niet het enige land waar ooit een dienstplicht was, en ook niet de enige democratie waar een dienstplicht is.
En dus is daar al lang, breed en vaak onderzoek naar gedaan.
Zo zien we uit Argentijns onderzoek dat mannen die de dienstplicht hebben vervuld helegaar niet veranderen in progressieve Correspondent-lezende kloof-verbindende mensenmensen, maar relatief vaker geweld zien als oplossing voor conflict, geloven in verplichte dienstplicht, relatief vaker voor militaire interventies en militaire coups tegen civiele overheden in het buitenland zijn, als ook meer pro-wapenbezit worden. Politiek gezien zijn ze dan ook na hun dienstplicht ‘meer conservatief, autoritair en minder tolerant’.
Het probleem met dit soort onderzoeken is dat er (a) een groot verschil is tussen dienstplicht in vredes- en oorlogstijd; (b) het een lastig te meten effect voor later in het leven is en (c) de dienstplicht-ervaring in Argentinië (of Rusland) heel anders is dan in de schuttersputjes van de schiettrainingen op de Nederlandse heide.
Tot die conclusie kwamen ook Zweedse wetenschappers (alwaar overigens de dienstplicht in 2017 weer is ingevoerd). Zij besloten hier zo goed mogelijk voor te corrigeren in hun onderzoeksopzet. Resultaat? Dienstplicht heeft een versterkend criminaliteitseffect onder mannen uit sociaal-economisch lagere klassen met een crimineel verleden. Tot zover dus het ‘heropvoedings’-argument van rotjochies lekker laten razen op voornoemde heide.
Los van deze ‘maatschappelijke’ bij-effecten, zijn er ook nog economische. De dienstplicht kan namelijk arbeidstechnisch worden gezien als een ‘career break’. Uit nota bene Nederlands onderzoek blijkt dat dienstplicht de kans op een universitaire opleiding verlaagt en ook negatieve en langdurige effecten heeft op het inkomen. Ruim 18 jaar na het volbrengen van de dienstplicht vonden onderzoekers een negatief effect van 3 tot 4% op het inkomen. We zien gelijksoortige effecten in onderzoeken uit Denemarken, Duitsland en de Verenigde Staten. Begin jaren ’90 werd berekend dat de economische en maatschappelijke kosten die voortkwamen uit de dienstplicht groter waren dan die van de dienstplicht zelf.
Nog los van de 15 miljard euro in het eerste jaar, heeft de dienstplicht ook nog een ander economisch - en voor Defensie meer huishoudelijk - effect: het legt het zwaartepunt van de kosten op het faciliteren en opleiden van dienstplichtigen, waardoor er een soort omgekeerde piramide ontstaat. Plus: het doet iets met de interne verhoudingen van waardering voor menselijk kapitaal. Als je namelijk als organisatie een influx krijgt van goedkoop personeel kan dit zorgen voor een inefficiënte organisatie van je krijgsmacht (want een hogere ratio van arbeid tot kapitaal).
We kunnen hier allerlei intelligent lijkende grafiekjes op loslaten, of gewoon gebruik maken van het fenomeen “Twitterende Mariniers”:

Tot slot, een kuchende militair in een regenjas stopte een Joe-Es-Bie stik in mijn knuistje met daarop een interview met voormalig NAVO-opperhoofd Djeep De Hoep Sjeefer. Deze riep enkele jaren terug in de NRC op om ‘diplomatie niet over te laten aan stagiairs’
“Neem onze ambassade in de VS. De contacten uit de oude netwerken zijn er nog wel, maar hebben sinds Trump niets meer te zeggen. En ja, dan moet je wel heel goed geëquipeerd zijn om toegang te krijgen tot de mensen die er nu wel toe doen.”
“De diplomaten zijn nog steeds adequaat opgeleid. Maar ze moeten hard rennen. Het gevolg is: immense aantallen stagiaires. Vroeger brachten zij oneerbiedig gezegd de thee en koffie rond, nu mogen zij zelfstandig naar vergaderingen en verslagen maken. Geweldig voor studenten. Maar het is niet houdbaar dat je een buitenlandse dienst voor een groot deel op basis van stagiaires runt.”
Is een krijgsmacht met een oorlog aan de grenzen van Europa eveneens houdbaar als we de toekomst daarvan af laten hangen van in een uniform gedwongen dienstplichtigen?
Of van vage vergezichten zoals publicitaire politieke ballonnetjes in verkiezingsstrijd of megalomane politieke paradeplannetjes zoals SuPeRkAzErNeS, om een publieke veronderstelling te genereren dat het benodigde personeel *dan* wel komt solliciteren?
Of gaat Nederland die euro’s die er eindelijk bij gekomen zijn voor Defensie gebruiken om te voldoen aan - ik noem maar eens iets geks - NAVO-verplichtingen, het opknappen van kazernes, het aanvullen van reserveonderdelen, het aanschaffen van nieuw materieel (en dan niet alleen F35’s omdat het zo lekker makkelijk geld wegzetten is, echt waar de fuck blijven die onderzeeboten?) en het proberen Defensie te positioneren als een aantrekkelijke werkgever met marktconforme vergoedingen (wat zich niet per se hoeft te vertalen naar een vet betalende werkgever, gewoonweg een fijne werkgever zijn goes a long way as well, lui).
Als we de verkiezingsretoriek mogen geloven, is de mate van oprechte politieke interesse in de krijgsmacht er sinds Van Middelkoop niet veel beter op geworden.