Overheids-PR 'weerbaarheid' verdient meer kritische bevraging
🤌 You always with the drama, you 🤌
Als het aan Den Haag ligt waren we afgelopen kerstvakantie volledig Survivorman gegaan. Geen oliebollen en bubbels in het klapkrat, maar drinkwatervoorraden. In ronkende speeches en paginabrede interviews mochten talking heads hun overheids-PR over de ‘weerbare samenleving’ afdraaien. We dreigen door gebrek aan kritische bevraging simultaan in hun navel te kukelen.
NAVO-admiraal Rob Bauer trekt al enige de tijd de Postbus51 ‘bereid je voor op oorlog’-kar en eind vorig haakte ook generaal b.d. Tom Middendorp aan. In zijn nieuwste boek geeft hij zelfs enkele praktische tips: ‘Schrijf belangrijke telefoonnummers op je broeksriem’.
Ook NAVO secretaris-generaal Mark Rutte deed half december een duit in het zakje, vrijwel direct gevolgd door - surprise surprise - partijgenoot en huidige minister van Defensie, Ruben Brekelmans, die met een ‘weerbaarheidsaanpak’ op de proppen kwam. De boodschap is steevast hetzelfde: de burger moet rekening gaan houden met oorlog, of op zijn minst het uitvallen van primaire voorzieningen zoals stroom. Vadertje Staat kan niet alles voor u regelen.
‘Hallo met Gerda. Er ligt een centimeter sneeuw voor de deur!’
Waar Den Haag vijftien jaar geleden last had van cyberitus (met symptomen zoals een cybergeneraal, een cybercommando, een cyberstrategie en cyber pledge conferences), waart sinds enkele jaren een hardnekkige weerbaarheidsschimmel door de wandelgangen. Nederland, en vooral de individuele burgers, moeten weerbaar worden, zo luidt het mantra met een stellige eensgezindheid zoals je die alleen in Den Haag kunt treffen.
Deze constatering is steevast voorzien van een verwijzing naar Scandinavië, want kijk eens hoe ze het daar hebben geregeld. Finland en Zweden stuurden al in 2018 pamfletten naar hun inwoners dat ze niet verbaasd moeten zijn als het gas, water en elektriciteit het niet meer doen door sabotage. Dat deze hogere voorbereidingseisen naast de nabijheid met Rusland mogelijk ook iets te maken hebben met het risico op doodvriezen als de stroom nét even te lang uitvalt, wordt minstens zo steevast over het hoofd gezien.
De manier waarop Den Haag zich engageert met het onderwerp ‘weerbaarheid’ verraadt een louter vanuit zichzelf redenerende politieke kaste. Want wanneer het warm houden van je huis geen kwestie is van een simpele slinger aan de thermostaat, maar doorlopende fysieke activiteit vereist, verandert dat ook je kijk op wat wel of niet noodzakelijk is. Een afhankelijkheid van elementen zorgt voor een cultureel ingebakken besef dat je voor overleving afhankelijk bent van anderen. Onderzoek in Chili toonde bijvoorbeeld aan dat gebieden die vaker zijn getroffen door aardbevingen een hogere sociale cohesie kennen. Overigens vlakt deze saamhorigheid af in aardbevingsvrije periodes, om weer net zo hard te pieken vlak na een incident.
Zelf woonde ik tijdens #Snowzilla in Washington en was aangenaam verrast door de vanzelfsprekendheid waarmee onze buurman de hele nacht elk uur met zijn sneeuwschuivertje door de straat ging om de stoep zoveel mogelijk sneeuwvrij te houden. De volgende dag groef de hele straat zichzelf uit, onder het genot van thermoskannen chocolademelk. In mijn adoptiemoederland Portugal wordt de gemeenschappelijke zelfredzaamheid zelfs voorzien van een financiële overheidsprikkel. Straten weggespoeld na de regen? De buurman met een bouwbedrijf doet een rondje door de hele buurt met een graafmachine, dieplader en grind. Het bonnetje met gemaakte kosten mag hij inleveren bij de gemeente. Een schril contrast met moederland Nederland, waar burgers individuele klanten zijn die met een centimeter sneeuw voor de deur de centrale gemeentelijke klantenservice bellen om te vragen wanneer ‘hun’ stoep wordt schoongeveegd.
Ironisch genoeg bestaat de kaste van overheidsconsultants die nu ‘weerbaarheid’ prediken uit dezelfde suits die Den Haag jarenlang wijsmaakten dat een centraal gerichte overheid de facto efficiënter, effectiever en goedkoper is. Ondertussen valt het centrale communicatiesysteem van de hulpdiensten (die gecentraliseerd moesten samenwerken in Veiigheidsregio’s) steevast uit, waaronder zelfs op oudejaarsavond, en kreeg ook Defensie eind vorig jaar te maken met een centrale storing die tot op vlieghaven Eindhoven voelbaar was. De vervolgboodschap vanuit de overheidsconsultant-klasse, dat het centrale overheidsloket u ook niet altijd kan helpen, is eerder ballsy dan baanbrekend.
Lachen en huilen tegelijk: in een eerste versie van dit artikel had ik een vilein maar satirisch bedoeld sneertje opgenomen over ambtenaren die op schoolreisje gaan naar Scandinavië en terugkomen met een ‘best practices’ riedel. Het bleek ingehaald door de werkelijkheid: vorige maand is daadwerkelijk een Nederlandse delegatie afgereisd naar Finland. De bruine puntschoenen van Deloitte presenteren zichzelf in een persbericht trots als onderdeel van een heuse ‘weerbaarheidscoalitie’ 🥲🔫.
Hoe het ook zij, het klakkeloos copy-pasten van een ‘Scandinavisch model’ gaat voorbij aan de vraag waarom bepaalde samenlevingen relatief meer weerbaar zijn in tijden van crisis. Een vraag die grotendeels wordt beantwoord in wetenschappelijk onderzoek en zich laat samenvatten tot ‘oefening baart kunst’. De sociale afhankelijkheid van elkaar (zoals je buren en familie) voor basale voorzieningen in crisistijd wordt maar zelden benoemd door de streng kijkende generaals in talkshows. Oekraïense gemeenschappen wiens sociale activiteit intensiveerden na het uitbreken van de oorlog, voelden zich veiliger. Niet dankzij de zaklamp in het gootsteenkastje, maar door het oplichten van een sociaal netwerk. Toch wordt in het narratief de verantwoordelijkheid grotendeels gelegd bij individuele burgers die individuele noodpakketjes moeten aanschaffen om in hun individuele keukenkastjes te leggen.
Als je daadwerkelijk serieus bent over het weerbaar(der) maken van de Nederlandse samenleving, ben je niet alleen verplicht jezelf te informeren over wat onder welke omstandigheden wel of niet werkt maar ook je ver te houden van onbewezen claims. Toch herhaalde defensieminister Brekelmans doodleuk in het eerder genoemde Trouw-interview de totaal onbewezen stelling dat een weerbare samenleving tegelijkertijd militair gezien ‘een afschrikkende werking’ heeft. Alsof de reputatie van de Spartanen ze beschermde tegen militair treffen met Athene. In meer recente tijden lieten de Amerikanen zich ook niet weerhouden van militaire interventie in Afghanistan en Vietnam, ondanks de eerdere ervaringen van respectievelijk Rusland en Frankrijk met de uitermate weerbare lokale bevolking.
Het enerzijds negeren van empirische inzichten en met hetzelfde gemak causaliteit bij elkaar fabuleren, onthult een gebrek aan oprechte nieuwsgierigheid. De ver-speech-schrijvisering van politiek: het hoeft niet per se ergens op te slaan, zolang het maar lekker klinkt. Het opportunistische geshop in argumenten legt tegelijkertijd een hardnekkig probleem bloot: door steevast te redeneren vanuit jezelf, en geen interesse te tonen in (de vragen, behoeften of initiatieven van) anderen wordt het lastig een realistische strategische positie in het geheel te bepalen.
Ruim je kamer op
De Canadese psycholoog Jordan Peterson slaat het gebrek aan nederigheid over de eigen invloedsfeer plat tot de analogie van je eigen kamer opruimen. Hij stelt dat het organiseren van je eigen competentie - door hetgeen waar je daadwerkelijk controle over hebt adequaat in te richten - voorrang moet hebben op vertellen wat anderen zouden moeten doen: “If you can’t even clean up your own room, who the hell are you to give advice to the world?”
Laten we dit advies (ooit in een Joe Rogan podcast bedoeld voor jonge millennial-mannen) eens extrapoleren op de zichzelf politiek profilerende VVD’ers, overheidsconsultants en opiniemakende generaals in Brussel en Den Haag.
Na jarenlange bezuinigingen voldoet Nederland sinds vorig jaar aan de 2% NAVO-norm en is het defensie-apparaat net begonnen aan serieus herstel. Ver voordat het spreekwoordelijke eigen bed is opgemaakt (in de vorm van krijgsmachten weer op peil krijgen), de boekenkasten zijn uitgemest (zoals de lessen van Afghanistan over moeizame internationale coalities zodra er daadwerkelijk troepen worden ingezet) en de ramen zijn gelapt (zoals het adequaat kunnen wegzetten van al die extra miljarden voor Defensie) richt de aandacht zich direct naar buiten. Burgers moeten noodpakketten aanschaffen. Bedrijven moeten investeren in de defensie-industrie. De NCTV heeft zelfs - jeuk jeuk jeuk - een ‘gesprekstool weerbaarheid’ samengesteld ‘voor iedereen’.
De Leidse professor Isabelle Duijvesteijn viel bij het lezen van de laatste Defensienota op dat het strategische doel van Nederland neerkomt op ‘afschrikken en voorbereid zijn op conflict’. Een volgens haar zorgwekkende benaderingswijze omdat hiermee het ‘paraat staan’ (gereedstelling) tot strategisch doel is verheven. De vraag is immers waarvoor sta je precies klaar? En als ‘Rusland niet mag winnen’, hoe ziet ‘verliezen’ er aan die zijde dan uit?
Het gebrek aan interesse in wat (succesvollere) bondgenoten zo anders maakt, zien we ook bij het in kaart brengen van het strategische rationale van onze tegenstanders.
Sterker nog, tegenstanders worden op haast karikaturale wijze neergezet. De dreiging van Rusland wordt gepresenteerd als een ‘hernieuwde’ dreiging. Een teruggekeerd varkentje waarvan we dachten dat we die al hadden gewassen, in plaats van signalerend onderdeel in een bredere geopolitieke kentering. Een kentering waarin het Westen niet langer automatisch the winning team is.
Scheurtjes in de façade
Een kentering die te zien is aan de economische opkomst van niet-westerse machten zoals China die de status quo niet uitdagen maar reeds hebben veranderd, met bijvoorbeeld hun Belt and Road Initiative: precies in de jaren waarin China de eigen infrastructuur verbeterde (en zich inkocht in de Europese, fysiek via havens en digitaal via 5G netwerken), werden in Europa bruggen en tunnels gebouwd waar tanks niet meer over- of doorheen passen. Terwijl Europese politici prediken over klimaat, negeren ze steevast een van de grootste vervuilers en tevens geopolitiek risicofactor: onze verslaving aan Temu en AliExpress-meuk (de vinger wijzen naar Shell werkt electoraal makkelijker dan kiezers vertellen dat ze moeten kappen met online shoppen). Het aanjagen van bilaterale handel (en dus dealtjes sluiten met losse, waaronder Europese, landen) concurreert als samenwerkingsvorm met Westerse instellingen zoals de Wereldbank en het IMF. Instellingen die overigens ook onder vuur liggen vanuit andere opkomende economie zoals India en Brazilië.
Het is in deze context dat de Russische inval of annexatie van Georgië (2008), de Krim (2014) en Oekraïne (2022) moeten worden gezien, evenals de toenadering tot Pakistan, de groeiende handelsrelaties met China en het lidmaatschap van BRICS (een economische samenwerkingsverband tussen Brazilië, Rusland, India, China, Zuid Afrika, Iran, Egypte, Ethiopië en de Emiraten). Het is een geostrategische dynamiek die - door de wens vanuit bijvoorbeeld China om onderdeel te blijven van de wereldeconomie - niet te vergelijken is met de Koude Oorlog.
Voormalige Franse ambassadeur in Israël, de VS en de Verenigde Naties, Gérard Araud, waarschuwde twee jaar geleden dat wat Europa sinds 1945 heeft meegemaakt een uitzondering is.
Hij stelt dat landen zich niet alleen militair moeten bewapenen (‘paraat staan’), maar ook diplomatiek. Oftewel: hoe kunnen wij in het Westen - en als Nederland - ervoor zorgen dat in de alternatieve wereldorde onze niet langer vanzelfsprekende ‘manier van leven’ (samengevat in een rechtstatelijke liberale democratie) wordt gewaarborgd? Hoe zorgen we dat er ruimte bestaat voor ‘het Westen’ (of de idealen daarvan) in een wereld waarin het Westen het simpelweg het niet langer voor het zeggen heeft?
Party like it’s 1999
Luisterend naar de talkshows en speeches zijn daarin vooral politieke, journalistieke en militaire elites te horen die op de een of andere manier een beetje vast zijn blijven zitten in de jaren ‘90. Een tijdperk waarin de Westerse waarden vanzelfsprekend lagen verankerd in een internationale orde van instituties en samenwerkingsverbanden, die hooguit een beetje getest en uitgedaagd werden. Eentje waarin we ons de luxe van morele superioriteit konden permitteren: als we maar gaan samenwerken met andere landen zien ze vanzelf hoe awesome wij zijn (en willen ze zich direct aan ons spiegelen). Een tijd waarin de Russische dreiging werd benaderd als een polaire tegenstander, zoals de maiden speech van nieuwbakken NAVO secretaris-generaal Rutte verraadde. Een speech die sprak vanuit de premisse dat de wereldorde weliswaar onder druk staat, maar dat het tij te keren is:
Russia, China, but also North Korea and Iran, are hard at work to try to weaken North America and Europe.
To chip away at our freedom.
They want to reshape the global order.
Not to create a fairer one, but to secure their own spheres of influence.They are testing us.
And the rest of the world is watching.No, we are not at war.
But we are certainly not at peace either.
In zijn boek Why Leaders Lie: the Truth about Lying in International Politics zet de Amerikaanse politicoloog John Mearsheimer diverse manieren van liegen op een rijtje. Eentje daarvan is, zoals Mark Rutte deed in zijn speech, angst zaaien. Een neiging die vooral democratische leiders en bestuurders hebben omdat zij (meer dan autocraten) afhankelijk zijn van publieke opinie. Mearsheimer schrijft hierover: ‘Als leiders denken dat zij een dreiging zien die onzichtbaar is voor het brede publiek, een dreiging die het publiek niet als dusdanig zal herkennen met eerlijke en oprechte discussie, dan zullen leiders geneigd zijn tot angst zaaien. De enige manier om burgers te mobiliseren om het juiste te doen, is om ze te misleiden voor hun eigen bestwil’.
Uitgerekend wijst Mister Weerbaarheid Rob Bauer er in een recent interview met NRC op dat het juist van belang is om uit de illusie van (politieke) maakbaarheid te stappen, en vergelijkt hij de interesse in de professionele mening van militairen met die in virologen tijdens de corona-pandemie.
‘Politici gingen opeens luisteren naar virologen omdat ze het zelf niet begrepen. Politici luisteren alleen als het spannend is en heel groot wordt.
Toen de oorlog uitbrak in Oekraïne zijn politici weer gaan luisteren naar militairen. Ze begrijpen dat ze van veel verstand hebben, maar niet van oorlog.
Politici en diplomaten hebben heel lang gesproken over de wereld zoals ze zouden willen dat die eruitzag. En niet over hoe die eruitzag.’
In datzelfde interview wijst hij er (overigens terecht) op dat Defensie lange tijd werd geregeerd door financiële efficiency in plaats van militaire effectiviteit, maar lijkt hij over het hoofd te zien dat juist een van de lessen uit de coronatijd was dat een louter virologische benadering niet voldoende is om een pandemie te lijf te gaan: er zijn ook sociale en economische factoren die in ogenschouw genomen hadden moeten worden. Net zo min dus dat je een oorlog kunt winnen met militairen alleen.
En nee, een ‘weerbaarheidscoalitie’ van Haagse systeemdenkers die met ‘gesprekstools’ en ‘publiek-private samenwerkings’-riedels aankomen, is met de beste wil van de wereld niet serieus te nemen.
Hoe die wereld er uit ziet, hangt namelijk sterkt af van je eigen observatie (en de gelijkgestemde kringen waarin je jezelf opsluit). Zolang deze observaties primair leunen op directief aan mensen vertellen wat ze zouden moeten zien, in plaats van een oprechte nieuwsgierigheid tonen in wat er valt te zien, is de enige weerbaarheid die je burgers toewenst er eentje tegen een politieke en militaire elite die zogenaamd voor ons eigen bestwil in haar eigen navel dreigt te kukelen (en ons daarin mee wilt trekken).
UPDATE: Andrea Walraven-Thissen, expert psychosociale hulpverlening en gespecialiseerd in voorbereiding op nood- en crisissituaties, wees mij op haar LinkedIn-bijdrage van begin december. Hierin observeert zij dezelfde mechanismes (opportunistisch knippen-en-plakken, burgers angst aanjagen en aanspreken op hun zwakte) maar duidt deze in de context van civiele crisisbeheersing. Het lezen waard!
COLUMN: Garen in de luxe van illusie
Het filmpje duurt enkele seconden. Een Oekraïense vluchteling wordt opgejaagd en gedwongen om ‘Free Palestine’ te roepen en zich te identificeren. Locatie: Amsterdam, waar op dat moment een Jodenjacht plaatsvindt. Chef buitenland van de Wall Street Journal, Yaroslav Tromifov, omschrijft het fragment als een treffende ‘illustratie van samensmeltende conflicten in een brandende wereld’.
Een wereld die er heel anders bij lag toen de Amerikaanse Republikein, Donald Trump, in 2016 het Witte Huis betrad. Wereldwijd is er sprake van wat politicoloog Larry Diamond een zogeheten ‘democratische recessie’ noemt. Uit het jaarlijkse Freedom in the World Report blijkt dat sinds 2006 steeds minder mensen leven in een land waar basale burgerrechten (zoals eerlijke verkiezingen, rechtsgelijkheid en vrijheid van meningsuiting) zijn gewaarborgd. Autoritaire populisten kwamen al eerder in Turkije en Venezuela aan de macht, maar knabbelen steeds meer aan de randen van stabiele democratieën. Als Hongarije bijvoorbeeld vandaag een lidmaatschap zou moeten aanvragen voor de Europese Unie, zou het – alleen al op basis van beperkte persvrijheid – niet door de ballotage komen.
De autocratie vindt ook zijn weg in het democratische straatbeeld. Het Amerikaanse programma 60 minutes onthulde eerder deze maand hoe sinds de oorlog in Oekraïne er meer dan 60 ‘mysterieuze doden’ zijn gevallen onder de politieke vijanden van Vladimir Poetin in zowel Rusland als Europa. Naast het neerschieten van een overloper in de Spaanse straten van Allicante, wordt het regime gelinkt aan diverse sabotage-aanvallen zoals een vuurbom in een Duitse wapenfabriek en een aanval op een van de grootste winkelcentra in Polen. De hoofd van de Britse veiligheidsdienst MI5 zei dat Rusland op een ‘langdurige missie is om onrust te creëren in Britse en Europese straten’.
Het is tegen deze Europese achtergrond waarin de belangrijkste NAVO-partner, de Verenigde Staten, binnenkort een president krijgt die buitenlands beleid ziet als een lopende transactie. Een serie deals, waarbij Europa verlieslatend is. Trump suggereerde in 2018 al dat NAVO-bondgenoten hun defensie-uitgaven moeten verdubbelen naar 4%. Hij kreeg na zijn tweede verkiezingsoverwinning hierin ‘gelijk’ van secretaris-generaal Mark Rutte: “je gaat het niet redden met 2%.” Juich niet te vroeg. Er is tenslotte nog een andere ‘America First’ verkiezingsbelofte: hogere belastingtarieven voor goederen uit de Europese Unie (10-20%) én China (tot 60%). Als deze verkiezingsbelofte daadwerkelijk ingelost gaat worden loopt Europa het risico overspoelt te worden met gedumpte Chinees waar. Analisten berekenden dat dit de eurozone ruim 1% van het BBP kan gaan kosten. Het vasthouden van de huidige NAVO-norm alleen al zal flink extra investeringen vragen.
Of de Trumpiaanse soep daadwerkelijk zo heet wordt gegeten is nog onzeker. Wel wordt steeds duidelijker dat de ver-van-mijn-bed-show voorbij is. De Europese luxe van jezelf onttrekken aan de scherven van militair en civiel conflict elders, jezelf gevrijwaard wanen van autocratische agenda’s en schuilen achter de rok van militaire moeder Amerika. De nietsvermoedende Oekraïense vluchteling die in Nederland veiligheid zocht moet iets van een onprettige herkenning hebben gevoeld, toen hij werd geconfronteerd met een straatbende in West-Europa die alliantie eisten in een oorlog in het Midden-Oosten die niet de zijne is.
Een unheimisch gevoel waarvan het de vraag is of het wel wordt opgemerkt door de kwakende – maar ondertussen langzaam in de luxe van illusie garende – kikkers in de Haagse Hofvijver.
Deze column verscheen eerder in Atlantisch Perspectief
Mooie column. Bedankt
''De nieuwe kleding en uitrusting van de militair heeft ook een nieuw camouflagepatroon: het zogeheten Netherlands Fractal Pattern (NFP). Dit is speciaal voor de Nederlandse krijgsmacht ontwikkeld.''
https://www.defensie.nl/onderwerpen/materieel/kleding-en-uitrusting/camouflagepatronen
Het Nederlandse bedrijf dat dit levert produceert in China en Roemenie.
Maar een organisatie die speciaal voor zichzelf camouflagepatronen laat ontwikkelen verdient, wat mij betreft, geen cent. Ten eerste, zijn er nog wel meer legers ter wereld die ook camouflagepatronen gebruiken; dus beter goed gekopieerd dan slecht zelf verzonnen. Ten tweede, voel je aan je water dat de 74 bureau generaals in Den Haag zich hiermee eindeloos hebben vermaakt en elkaar lintjes op de borst hebben gespeld. Dat is zeker het speciale camouflage patroon voor operaties in de Efteling? Ten derde, kan je dit speciale patroontje vercommercialiseren of is het net zo een witte olifant als al die andere prestige projecten die voor veel werkgelegenheid wegens buitenlandse orders hadden moeten zorgen?
Gerda Grok is een slimme meid die op haar toekomst is voorbereid.
Witte bonen in tomatensaus hebben als bijkomend voordeel de kalium uit de tomatensaus.
Ik zou haar wel aanraden om met een markeringsstift boven op de blikken de inhoud weer te geven. Door vocht kunnen de etiketten vergaan en weet je niet meer wat de inhoud van het blik is. Zal je net die dag zin hebben in kapucijners, trek je een blik witte bonen open.
In een plastic IKEA box kunnen ook de ronde buisjes vitaminetabletten van de Lidl worden opgeslagen. De lege buisjes komen vast van pas wanneer haar kleinkinderen de slag bij station Enschede Eschmarke met zelfgemaakte kanonnen willen naspelen.
Ik mis nog de blikken tonijn in olie en bedacht me dat gezouten pinda's ook in blik verkrijgbaar zijn. Niet voor niets staan die blikjes pinda's jarenlang te wachten in mini-bars over de hele wereld. Zouden Toblerone en gummi beertjes ook in het pakket opgenomen kunnen worden? Hoop dat de gesprekstool kan helpen.
Voor griezelaars onder ons. De website overstroomik.nl biedt ook nuttige informatie.