Miljarden naar veiligheid, brandweer volledig opgebrand
Zit er eigenlijk een brandblusser in dat 72 uurs noodpakket?
Alle ballen liggen bij Defensie op de eerste grondwettelijke hoofdtaak (bescherming grondgebied), de derde (rampenbestrijding) dreigt een onderschoven kindje te worden. Burgers worden door het ministerie van Justitie en Veiligheid opgeroepen om een 72 uurs noodpakket in huis te hebben, maar zullen moeten afwachten of hulpdiensten na het bellen van 112 nog tijdig kunnen arriveren.
Tussen alle veiligheidskakofonie van onvoorspelbare nucleaire grootmachten (Rusland en de Verenigde Staten), halfvolle concertzalen vanwege ISIS-terreurdreiging en de planning van ‘Operatie Orange Shield’ die de NAVO-top komende zomer in Den Haag veilig moet houden, zou je bijna vergeten dat er ook zoiets bestaat als de brandweer.
Van auto’s openknippen tot ongevallen met gevaarlijke stoffen en natuurlijk branden blussen: de brandweer heeft in zekere zin iets gemeen met militairen. Met een beetje mazzel hoef je namelijk nooit aan de ontvangende zijde van hun diensten te staan, maar mocht alles toch tits up gaan, is het verdomd fijn dat ze bestaan.
De ironie is dat pleidooien voor meer geld naar Defensie vaak werd vergeleken met de noodzaak voor een goede brandverzekering, die Den Haag ondertussen zelf vergat te betalen. In plaats van lessen te trekken uit de gevolgen van jarenlange afbraak bij Defensie, maakt het kabinet Schoof I precies dezelfde fouten bij de brandweer als de kabinetten Rutte bij Defensie. Snoeiharde bezuinigingen, commandanten die meewaaien met de politieke wind, en groeiende eisenpakketten aan het korps.
What could possibly go wrong?
‘Uitruk op maat’
Vanaf 2026 wordt 2,4 miljard euro bezuinigd op het gemeentefonds - de belangrijkste inkomstenbron van gemeenten - en dus kijken diverse gemeenteraden richting de vijfentwintig Veiligheidsregio’s, die voor 85 procent hieruit worden betaald, om gaten te dichten. Heel veel ruimte hebben die Veiligheidsregio’s zelf ook niet. Zo liet Zaanstreek-Waterland alvast weten dat ‘bij een krimpend budget we noodzakelijke keuzes moeten maken, die eigenlijk alleen gemaakt kunnen worden op het gebied van opkomsttijden, brandweerposten en spreiding van materieel en mensen.’
Dit terwijl dat materieel en personeel de afgelopen twintig jaar al behoorlijk dun is gespreid. Sinds 2005 zijn er 91 brandweerkazernes gesloten, is er 15 procent minder personeel en is het aantal voertuigen flink gedaald: minus 20 procent tankautospuiten, minus 25 procent redvoertuigen en minus 60 procent hulpverleningsvoertuigen. Ook zijn er in totaal ongeveer 4000 brandweermensen minder.
Het gevolg van bezuinigingen die grotendeels zijn verkocht als een ‘efficiencyslag’, met jeuktermen zoals ‘uitruk op maat’ (lees: met minder dan de standaard zes brandwachten uitrukken). De Commissie Mans concludeerde in 2010 dat er makkelijk 83,5 miljoen euro kon worden bezuinigd op de brandweer. Brandveiligheidscontroles waren bijvoorbeeld volgens de commissie eigenlijk verspilde tijd, en kon de brandweer er beter vanuit gaan dat een pand per definitie onveilig is. De meeste gebruikers van een pand voeren immers toch veranderingen door na het verlenen van de vergunning. En niet elke brandweerwagen had alle apparatuur en materieel aan boord nodig - een flink deel van de spullen wordt immers niet altijd gebruikt. Kortom: minder spulletjes, kost minder centjes.
Het rapport werd niet goed ontvangen bij brandweermensen. De kosten van de brandweer waren sinds de invoering van Veiligheidsregio’s (2010) wel verdubbeld, maar het aantal brandweermensen niet. De grootste kostengroei zit in overheadkosten en daarover stelde de commissie Mans - surprise surprise - geen ingrijpende adviezen voor.
De vakbonden waren meer dan klaar met de officiële belangenvereniging voor de brandweer, de NVBR (Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding), omdat die drukker bezig was met de belangen van de werkgever te behartigen dan de brandwachten op de werkvloer. Destijds vicevoorzitter Jac Rooijmans herkende zich niet in de kritiek: ‘Het is heel verstandig om niet iedereen tegen de haren in te strijken. We hebben te maken met Binnenlandse Zaken, dan is het wel prettig als je bestuurders voor je weet te winnen." Dat deed hij als directeur van Veiligheidsregio Brabant Zuidoost dan ook door te beloven dat het ‘uitruk op maat’-concept de regio niet alleen veiliger zou maken, maar ook nog eens 975.000 euro structureel zou kunnen besparen.
Er zijn sindsdien volop verkenningen verschenen bomvol onnavolgbare consultant-blahblah over ‘de Brandweer over Morgen’ (‘accentverschuivingen en nieuwe impulsen om de ambities uit BoM verder te realiseren nader uitgewerkt tot een strategisch perspectief voor de tweede termijn’) en er zijn inclusiviteitsgoeroes en allerhande transitie-coaches op de koffie geweest, maar uiteindelijk is het allemaal niet zo moeilijk: je moet branden kunnen blussen en mensen uit de penarie kunnen helpen.
Het liefst een beetje rapido.
Dat rapido is de afgelopen jaren steeds meer een uitdaging. Uit cijfers van het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV, 2018-2025) blijkt dat de responstijd rond de negen minuten zit, terwijl de ‘normtijd’ van oudsher op maximaal acht minuten ligt.
Toen in 2007 uit onderzoek van de veiligheidsinspectie bleek dat de brandweer deze normtijd in ‘slechts 30 procent van de gevallen’ haalde, besloot de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken normtijden wettelijk te verankeren. Hierin is een marge opgenomen van vijf tot achttien minuten, afhankelijk van het type object (winkels, portiekwoningen, industrie, etc).
In 2018 bleek uit vervolgonderzoek dat in alle - behalve één - veiligheidsregio’s deze wettelijke normtijden niet werden gehaald. ‘Zorgwekkend’, noemde toenmalig minister Ferd Grappenhaus (CDA) de overschrijding, maar misschien waren die normtijden op zichzelf niet realistisch. Behalve het niet halen van de normtijden concludeerde de inspectie eveneens dat het uitrukken met vier in plaats van zes brandweerlieden (de ‘uitruk op maat’) ‘mogelijk leidt tot een verslechtering van de brandweerzorg’.
Het gehakketak rondom wat de brandweer zou moeten kunnen doen in welk tijdsbestek, is grotendeels een resultaat van opportunistisch bestuur. Eerst worden er normen vastgesteld, en als die niet worden gehaald, worden de normen in twijfel getrokken. Anno 2025 is er geen sprake meer van een opkomsttijd, maar een ‘gebiedsgerichte opkomsttijd’.
Het liefst wordt de verantwoordelijkheid voor brandveiligheid ook nog eens bij meerdere partijen gelegd (verzekeringsmaatschappijen, woningcorporaties, bedrijven, burgers) zodat bestuurders nooit volledig aanspreekbaar kunnen zijn wanneer het zoveelste spreadsheet-plannetje (‘uitruk op maat’) in de praktijk toch niet veel veiliger blijkt. Alleen goedkoper.
Illustrerend voor deze Nederlandse afschuif-mentaliteit is de disclaimer van huidige staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Ingrid Coenradie (PVV) die tijdens een recent Kamerdebat vooraf stelde als ‘staatssecretaris verantwoordelijk te zijn voor het stelsel van de brandweer, de regionale rampenbestrijding en crisisbeheersing en voor de Wet tegemoetkoming schade bij rampen. Over deze onderwerpen kan ik vandaag inderdaad met u in debat gaan’, want: ‘Ik ben niet de werkgever van brandweermensen’.
Terwijl ook hier geldt: zo moeilijk is het niet. Als je met minder mensen en minder materieel en minder centjes een dienst levert, is er een dikke kans dat de kwaliteit van die dienst er op achteruit gaat.
Brandweer als politieke snoetenpoetser
Hoewel, niet alles ging er op achteruit. Het eisenlijstje van wat de brandweer allemaal moet (kunnen) doen, wordt steeds langer. Niet alleen de gemeentes kijken likkebaardend naar de Veiligheidsregio’s om eventuele Haagse bezuinigingsgaten mee dicht te lopen: het huidige kabinet is van zins om tien procent extra te bezuinigingen op het budget voor rampenbestrijding.
Het Veiligheidsberaad - bestaande uit alle 25 voorzitters van de Veiligheidsregio’s - stuurde daarom begin februari een brandbrief. naar het kabinet: de bezuiniging zet niet alleen de standaard brandweerzorg onder druk, datzelfde kabinet heeft nog extra taken over de schutting naar de Veiligheidsregio’s gegooid, zoals een ‘Landelijke agenda crisisbeheersing’. Ook is er een ‘kabinetsbrede weerbaarheidsopgave waarvoor nu juist begrijpelijk naar veiligheidsregio’s en gemeentes wordt gekeken’, aldus het Veiligheidsberaad.
Terwijl het brandweerbordje al aardig vol ligt.
In het verleden was bijvoorbeeld het verlenen van eerste hulp door de brandweer (in afwachting van de ambulance) geen vanzelfsprekendheid. In een ‘Leidraad Repressieve Brandweerzorg’ uit 2006 is te lezen dat ‘door de gemiddeld hogere opkomsttijd van ambulances in relatie tot de opkomsttijd van een tankautospuit discussie over de first-responder taak voor de brandweer is ontstaan’. Hoewel deze ‘first responder’ rol bijna twintig jaar later een vanzelfsprekendheid is, was dit oorspronkelijk dus een ‘aanvullende taak’.
Interessant genoeg zijn in dat zelfde rapport andere ‘Oh? Is dit geen vanzelfsprekende brandweertaak dan?’- voorbeelden te lezen. Het verhelpen van stormschade zorgt immers voor oneigenlijke concurrentie met bedrijven die zijn aangesteld door verzekeringsmaatschappijen of door de gemeentelijke groenvoorziening, en mensen uit een vastgelopen lift helpen is eigenlijk een dienst voor onderhoudsbedrijven. ‘Dienstverlenende activiteiten maken geen onderdeel uit van de wettelijke taak’, zo waarschuwde het Ministerie van Binnenlandse zaken destijds.
Vorig jaar zagen we in de documentaire Brandmeester dat Amsterdamse brandweermannen in ruil voor een moderne brandweerkazerne ‘iets voor de samenleving terug’ moesten doen, en daarom van de Amsterdamse wethouder ook kansarme jongeren moesten begeleiden. Momenteel liggen er plannen klaar om brandweerkazernes te gebruiken als ‘steunpunten’ bij langdurige stroomuitval, want burgers moeten de telefoons kunnen opladen.
Vijfentwintig unieke concepten
Een groeiende lijst taken, een krimpende hoeveelheid mensen en materieel, en snoeiharde bezuinigingen in aankomst. Omdat de brandweer nu al op haar tandvlees loopt, zijn de veiligheidsregio’s een (natuur)brand verwijderd van een ramp: ze kunnen immers niet op twee plekken tegelijkertijd aanwezig zijn. Naast de ‘uitruk op maat’ en ‘gebiedsgerichte opkomsttijden’ zijn de bezuinigingen op materieel weggepoetst onder de noemer Specialistisch Optreden. Maar een brandweereenheid die wordt opgeroepen om specialistisch op te treden in een buurtregio, is op dat moment niet beschikbaar voor de eigen inwoners. Een brandweer kan maar op een plek tegelijkertijd ter plaatse zijn.
Bij een explosie in een woning aan de Tarwekamp in Den Haag, waarbij zes mensen om het leven kwamen, maakte bijvoorbeeld veiligheidsregio Haaglanden gebruik van extra handjes. Er zijn nog maar vijf eenheden in Nederland met het specialistische gereedschap voor deze uitruk, en drie daarvan waren er nodig in Den Haag. Deze eenheden laten thuis lege kazernes achter, waardoor de lokale dekking op zo’n moment verdwijnt. ‘Bij de Tarwekamp ging het om drie bouwlagen, dat is nog te overzien’, stelt Marcel Dokter van de Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers. ‘Maar voor alles wat je niet in enkele dagen oplost, hebben we geen mensen of middelen meer.’
Dit geldt ook andersom: Nederland had met de natuurbranden in april 2021 mazzel dat de brandweereenheden in Duitsland en België op dat moment niet iets anders in eigen wijk te doen hadden, anders hadden deze onmogelijk kunnen bijspringen. De Algemene Rekenkamer constateerde datzelfde jaar dat wanneer er gelijktijdige natuurbranden uitbreken ‘er een risico bestaat dat deze niet snel onder controle kunnen worden gebracht. Specialistische bestrijdingscapaciteit en materieel zijn onvoldoende beschikbaar'. Dit terwijl ‘de kans dat zich meer natuurbranden voordoen de komende jaren groeit door klimaatverandering en toenemende droogte’, aldus de rekenmeesters.
De samenhang ontbreekt, stelt de Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers. Bestuurder Marcel Dokter: ‘De oorspronkelijke leidraden - over wat de brandweer moet kunnen - zijn met het oprichten van de Veiligheidsregio’s bij het oud vuil gegooid en vervangen door visies’. Visies - van ‘uitruk op maat’ tot ‘specialistische bestrijdingscapaciteit’ - die vooral geschreven zijn vanuit boekhoudkundige besparingen, en weinig te maken hebben met brandweerkundige inzichten: ‘We doen maar wat. Het liefst op vijfentwintig verschillenden manieren’, aldus Dokter.
Zo heeft Gooi en Vechtstreek een nieuw type brandweervoertuig besteld voor natuurbrandbestrijding, maar experimenteert de regio Noord-Holland Noord in de Schoorlse duinen met drones. Dokter: ‘Deze unieke concepten moeten wel met elkaar samen kunnen werken als er daadwerkelijk een grootschalige natuurbrand uitbreekt’. Het ministerie van Justitie en Veiligheid doet momenteel onderzoek naar hoe compatible de Veiligheidsregio’s eigenlijk zijn in de praktijk (lees: of alle koppelingen en boutjes wel op elkaar passen).
Ook is de ondersteuning vanuit Defensie op het gebied van rampenbestrijding geen gegeven. De Algemene Rekenkamer waarschuwde eerder deze maand dat er een ‘reëel risico is dat de hoofdtaken van de krijgsmacht elkaar beconcurreren en verdringen’ en noemt deze ontwikkeling ‘zorgelijk omdat civiele autoriteiten soms volledig afhankelijk zijn van de krijgsmacht voor rampenbestrijding, rechtshandhaving of humanitaire hulpverlening. Het is voor de nationale veiligheid van levensbelang dat civiel-militaire samenwerking goed functioneert’. Deels van de militaire taken zijn ook overgedragen: toen het Korps Mobiele Colonnes en Bescherming Bevolking (BB) in 1993 werden opgeheven vanwege het gebrek aan oorlogsdreiging kreeg de brandweer die taak. De bijbehorende opleidingen en spullen zijn overigens ondertussen weg-gekaasschaafd.
In coronatijd hebben we kunnen zien hoe goed alles in Nederland is geregeld - totdat het mis gaat. Bij Defensie hebben we kunnen zien hoe het wegstrepen van materieel en mensen om je begroting sluitend te krijgen makkelijker is dan ze weer terugkrijgen zodra het nodig blijkt. Bij de brandweer in Los Angeles zagen we wat er gebeurt als je zo diep in je transitie- en verandermanagement-navel kukelt, dat je er bijna van overtuigd raakt dat een brandweer niet eens per se brandjes hoeft te kunnen blussen.
De toekomstige 112-beller kan alleen maar hopen dat het kabinet vanuit de begrotingsmeevaller van acht miljard nog een paar centjes tussen de bankkussens uit kan peuren voor een brandblusser.
Onderzoeksjournalistiek - zoals brandweervisies doorakkeren, krantenarchieven omkieperen en uitruktijden uitrekenen - zal hier altijd gratis te lezen zijn, maar is niet gratis te maken. Steun mijn werk en deel het artikel, of overweeg een donatie:
Hogere belastingen dan ooit tevoren, maar minder overheidsdiensten als ooit tevoren. De nutteloze parasietenklasse heeft meer dan ooit nodig voor hun eigen riante beloningen en voor hun lievelingsprojecten.
En het stemvee stond erbij en keek ernaar…
Krijg een nostalgische verlangen naar de nachtwakerstaat. Dan maar wat minder geld naar 'The Power of Voices'.