Een procentje koopkracht hier, een extra miljoentje daar en gratis bier voor iedereen. Het is verkiezingstijd dus de beloftes vliegen je om de oren. Toch zijn partijen alleen transparant wanneer het hen uitkomt. Ze moeten immers wel wat bewegingsruimte aan de onderhandelingstafel overhouden. Voor Nieuwe Revu bracht ik de wiggle room in kaart.
Er moet 3,5% meer naar Defensie, en dat moet wettelijk worden vastgelegd. 100.000 militairen erbij. Vier grote kerncentrales. Dertig nieuwe grootschalige woonwijken en 25% betaalbare koopwoningen. De naturalisatie-termijn van migranten moet naar tien jaar. Op de onderwerpen waar de VVD zich wil onderscheiden (asiel en defensie) is de parelkettingpartij glashelder in haar eisenpakket. Waar de burgers het in de portemonnee gaan voelen - want die moeten immers al die rechtse hobby’s gaan betalen - schakelen de liberalen plotsklaps naar vaagtaal. Er moet ‘fors bezuinigd worden op zorg en sociale zekerheid’, hoe en waar precies voor welk bedrag is nergens te lezen. Er komt een ‘kleiner basispakket’ en een ‘hoger eigen risico is mogelijk’, maar welke behandelingen geschrapt worden hangt in de lucht. En waar ‘lagere lasten’ worden beloofd, lezen we niks over hoeveel lager. Dat is makkelijk scoren: op deze manier kan een verlaging van 0,005% ook worden verkocht als een ingeloste verkiezingsbelofte.
Aan de overkant het politieke spectrum is het niet veel beter. GroenLinks-PvdA komt met harde beloftes zoals een minimumloon naar 18 euro per uur, 100.000 woningen per jaar erbij, 65% CO2 reductie in 2030 en gratis kinderopvang. In tegenstelling tot de VVD is het bij de groene sociaal-democraten een minder groot taboe om alvast te vertellen wie dat allemaal moet gaan ophoesten: zo wordt er gesproken over een ‘miljonairsbelasting’ en moeten bedrijven een deel van hun winst storten in de overheidskas. Toch is het ook hier niet helemaal duidelijk hoe links andermans geld precies wil uitgeven, want op de belofte ‘we investeren’ volgt zelden een concreet bedrag. Ook op welke termijn is niet altijd duidelijk want het verkiezingsprogramma grossiert in termen zoals ‘stapsgewijs’, ‘op termijn’ en ‘toewerken naar’.
Kortom: partijen zijn uitermate transparant over hun cadeautjes aan de kiezer (meer veiligheid, meer loon, meer woningen), maar vaag over waar het pijn gaat doen in de portemonnee. Bij een concrete belofte van een hoger minimumloon of meer betaalbare woningen voelen kiezers zich sneller aangesproken dan bij onduidelijke formuleringen als ‘bezuiniging op sociale zekerheid’ of ‘miljonairsbelasting’. Iedereen denkt te profiteren, maar niemand verwacht ervoor te moeten betalen.
Keep reading with a 7-day free trial
Subscribe to DieuwsNieuws to keep reading this post and get 7 days of free access to the full post archives.


