Zul je net zien: in een tijd van geopolitieke ambities blijkt er plotsklaps een schreeuwend tekort aan militairen. Het D-woord circuleert rond in de Haagse wandelgangen maar voor wiens probleem is de herinvoering van de dienstplicht eigenlijk een oplossing?
‘Het zou kunnen zijn dat we weer in die omstandigheden terechtkomen’. Oud-Commandant der Strijdkrachten Dick Berlijn formuleerde het voorzichtig bij WNL, maar het was voldoende om de cameraploeg van Nieuwsuur naar de Huishoudbeurs (een soort fysieke manifestatie van het Viva Forum - red.) te sturen alwaar Defensie met een standje aan het rekruteren was. Niet vanwege de afschrikkende werking van kortpittige kapsels, maar om de ‘moeders en oma’s’ die er rondliepen warm te maken voor Defensie.
Nu is de dienstplicht een regelmatig terugkerend CDA-ballonnetje en onder allerhande opiniemakers tevens een vermeend maatschappelijk duizend-dingen-doekje. Het doet dienst als sociale (her-)opvoeding, het dicht de kloof tussen arm en rijk én lost het personeelstekort op. Over de onzin van deze vermeende effecten van de dienstplicht schreef ik twee jaar geleden, toen destijds minister Wopke Hoekstra er mee op de proppen kwam, al een briefje, dus de voorspelbare talkshow-talking points over het onderwerp laten we even voor wat ze zijn.
Want er is veel meer aan de hand dan alleen wat christen-democratisch opportunisme. De Europabrede discussie over herinvoering van de dienstplicht signaleert een heel ander - en vaak over het hoofd gezien - probleem: Westerse democratieën kampen vrijwel allemaal met een rekruteringscrisis, en dat hebben ze grotendeels aan zichzelf te danken.
Simultane dienstplicht ballonnetjes
Hoewel staatssecretaris Gijs Tuinman (Defensie) onlangs voor de camera’s van EenVandaag stelde dat een dienstplicht ‘kan’ maar ‘voorlopig niet aan de orde is’, wijzen zijn Europese ambtsgenoten de dienstplicht-ballonnetjes toch ook niet af.
Vorig jaar geleden kondigde Denemarken aan om - in navolging van Nederland - de dienstplicht uit te breiden naar vrouwen. Politiek onder het mom van ‘gelijkheid’, praktisch onder het mom van het verdubbelen van de pool van potentiële participanten. In Duitsland ging de minister van Defensie, Boris Pistorius, een stapje verder en gaf aan ‘overtuigd te zijn dat Duitsland een vorm van dienstplicht nodig heeft’. In de Verenigde Staten debatteerde het Congres over het automatiseren van dienstplicht-registratie en eveneens het uitbreiden van military service naar vrouwen.
De meeste landen hebben - net als Nederland - een vorm van dienstplicht maar kiezen ervoor deze niet uit te voeren of op te schorten. Het idee was immers, na de opschorting, dat met alle expeditionaire oorlogen geen directe noodzaak meer bestaat voor verdediging van het eigen grondgebied. Daarnaast verschuift militaire inzet van massa naar precisie, dus al snel gaf dit vorm aan het idee dat zulks prima mogelijk is met een handjevol professionals, die je bovendien niet zoveel budget hoeft te geven.
Totdat de oorlogen in Oekraïne maar ook Gaza lieten zien dat je - zelfs met drones en autonome systemen - toch wel degelijk infanteriesoldaten en gevechtspiloten nodig hebt, en dat oorlogen er tegelijkertijd niet bepaald minder bloederig op zijn geworden. Enerzijds een gevalletje ‘well, well, well, if it isn't the consequences of my own actions’, anderzijds is het geen sluitende verklaring voor het personeelstekort.
Generatiekloof
In het Nederlandse leger bestond lang het idee dat zodra er nieuwe spullen zouden komen (een F-35, een onderzeeboot of tanks), de rekruten vanzelf wel zouden volgen om met dat materieel te spelen. Personeelscijfers laten het tegenovergestelde zien: het aantal militairen is sinds 2018 (sinds er meer geld naar Defensie ging) nagenoeg gelijk gebleven. Ook gaat staatssecretaris Tuinman er van uit dat als de dreiging toeneemt, het aantal potentiële rekruten ook wel zal toenemen: ‘Het is normaal dat als er écht een dreiging is, de percentages voor mensen die iets willen toenemen’. Dat is wederom een aanname, die lijkt te zijn gestoeld op (valse) hoop.
Zo wordt er hier in Portugal - in tegenstelling tot in Nederland, maar dat is voor een volgende keer - regelmatig extra geld en materieel voor de brandweer vrijgemaakt. De dreiging is ook aanwezig, in de vorm van jaarlijkse bosbranden. Aan zichtbaarheid en publieke waardering voor het werk ontbreekt het evenmin: os bombeiros worden liefkozend ‘helden zonder capes’ genoemd en als de gemeente zuinig doet trekken burgers op inzamelingsacties de portemonnee om het verschil bij te leggen. Desondanks is het aantal professionele en vrijwillige brandweerlieden met 33 procent gedaald in een periode van 11 jaar. Oorzaak: vergrijzing waardoor de pool van jonge rekruten niet alleen kleiner wordt, maar deze ook bestaat in een generationele vijver waarin groeiende desinteresse heerst voor publieke diensten (zoals leger, politie en brandweer).
Dát is de kern van het probleem.
Vincenzo Bove, professor politicologie aan Warwick University in Groot-Britannië, vertelde EuroNews dat ‘de kloof’ niet per se tussen hoog- en laagopgeleid of arm en rijk ligt, maar een generationeel probleem is:
‘Als je een willekeurige steekproef van jonge Europeanen neemt, dan staan ze ideologisch gezien heel ver af van een steekproef van soldaten uit hetzelfde land, in termen van hoe ze de maatschappij zien, hun aspiraties, wat ze willen doen. En deze afstand wordt in de loop van de tijd groter.’
De jongere generatie zijn grotendeels principieel tegen oorlogvoering en dus ook tegen meer geld spenderen aan Defensie en militaire operaties in het buitenland. Bove wijst er eveneens op dat jonge Europeanen individualistischer zijn en minder patriottistisch dan actief dienende militairen.
Patriottisme viesbahblegh
De waarden van jongeren zijn veranderd en ook dit heeft de generatie die nu aan hen vraagt zich aan te melden voor het leger, volledig aan zichzelf te danken. De natiestaat als leidend politiek principe en als vehikel voor het organiseren van niet alleen de welvaartsstaat maar eveneens vrede (defensie) en veiligheid (politie en brandweer) is jarenlang verdacht gemaakt. Politieke elites hebben hun stinkende best gedaan zich los te weken van de eigen natie, of op zijn minst het idee ervan. Zelfs de rechtsliberalen van de VVD riepen - bij monde van Mark Verheijen - vijftien jaar geleden al dat om soeverein te blijven, je juist als land een beetje soevereiniteit moest opgeven. Aan Brussel, welteverstaan. Wat een beetje klinkt als ‘om niet zwanger te raken moet je het een beetje worden’.
Het idee van nationale soevereiniteit werd terzijde geschoven, en aan de meer links-liberale zijde bespot of zelfs verdacht gemaakt. Soevereiniteit, of elke vorm van belang hechten aan de natiestaat, werd niet alleen gezien maar wordt ook onderwezen als een uiting van radicaal rechts nationalisme - het liefst met waarschuwende verwijzingen naar de jaren ‘30 er bij. Nationaal belang is iets ouderwets, een echo uit het verleden die alleen maar narigheid veroorzaakt. Een redering die Nederlandse wind in de zeilen kreeg toen Forum voor Democratie frontman Thierry Baudet de ’Uil van Minerva’ wakker kuste en de natiestaat koppelde aan etniciteit met diens retoriek over ‘homeopathische verdunning’. Het kapen van het onderwerp natiestaat door rechts-populisten is tegelijkertijd iets wat (met name) de PvdA heeft láten gebeuren. Historisch gezien is de natiestaat van groot belang voor sociaal-democraten omdat via deze route de welvaartsstaat is georganiseerd: van AOW tot aan uitkering. Toch kwam linkse kritiek op soevereiniteitsafbraak exclusief vanuit de SP en de PvdD.
Socioloog Frank Furedi schreef - overigens naar aanleiding van het openlijke gebekvecht in het Witte Huis tussen president Donald Trump, vice-president J.D. Vance en de Oekraïense president Wolodymyr Zelensky - op zijn Substack hierover het volgende:
‘In het tijdperk na de Koude Oorlog kreeg de devaluatie van soevereiniteit een hegemonische invloed onder reguliere internationale betrekkingen academici en commentatoren en experts die in de NGO-sector werkten. In deze decennia werd anti-nationaal vooroordeel vaak gemaskeerd als objectieve academische analyse. Het principe van soevereiniteit werd bespot op grond van het feit dat de uitoefening ervan in het tijdperk van globalisering onvermijdelijk ineffectief zou zijn.
Het allerbelangrijkste is dat het gebrek aan waardering voor de bevestiging van nationaal belang nauw verbonden is met de afnemende status die historisch patriottische waarden, zoals plicht en verantwoordelijkheid, genieten. Aan beide kanten van de Atlantische Oceaan is het krijgersethos en de waarde van moed in betekenis afgenomen. Uit onderzoek blijkt dat grote delen van de Europese jeugd aangeven dat zij niet bereid zijn om te vechten ter verdediging van hun land.’
Nog los van het elitaire kleuterjuffen-idee dat ‘geweld nooit iets oplost’ en de links-academische koortsdroom dat het daarom een goed idee is om de politie te defunden, kan ik mij niet aan de indruk onttrekken dat de rekruteringscrisis in Westerse democratieën een neveneffect is van het taboe verklaren van nationaal belang en patriottisme in het maatschappelijke discours.
Als je land niet meer mag bestaan - laat staan het koesteren van warme gevoelens voor het ideologische idee erachter en diens waarden - waarom zou je dan in hemelsnaam je jeugd eraan geven? Laat staan je gezondheid, of in het ergste geval: je leven, als militair, brandweerman of politieagent.
Alhoewel, die gezondheid van de jongere generatie is al volledig naar de knoppen in de Verenigde Staten: het merendeel van de Amerikaanse jongeren tussen 17 en 24 jaar is grotendeels vanwege obesitas fysiek ongeschikt voor het leger. Als deze trend zich doorzet zal het leger in 2035-2040 geen geschikte kandidaten meer kunnen vinden.
Bindweefsel is niet bureaucratisch te 3D-printen
De reden dat Niccolò Machiavelli in De Prins pleitte voor een burgerleger, in plaats van huurlingen, was vooral gestoeld op de aanname dat burgers eigenschappen delen die voortkomen uit gedeelde waarden. Loyaliteit en dus betrouwbaarheid zijn als waarden niet af te dwingen van bovenaf, maar zijn een consequentie van een sociaal bindweefsel dat wordt gedeeld. Waar huurlingen een allegaartje zijn van personen - wiens enige verbintenis zit in het betaald krijgen voor de klus - zullen burgerparticipanten in een leger onderdeel uitmaken van eenzelfde gemeenschap. Ze delen eenzelfde geschiedenis, eenzelfde taal, eenzelfde cultuur en grosso modo ook dezelfde waarden.
Dit bindweefsel kan niet worden bedacht door bureaucraten onder systeemplafonds, die het 3D-printen om jongeren ermee de dienstbaarheid in te jagen, door te hameren op een niet-tastbare Russische dreigingen, of hen proberen te paaien met losse speechschrijvers-abracadabra over ‘onze manier van leven’. Sowieso, in de kakofonie van deze tijd waarin iedere kantoorpik een afgerond project of elke journalist een afgerond artikel op LinkedIn presenteert als een soort Oscar acceptance speech, valt de gespeelde gedragenheid van wannabe-Obama-toespraken door politici nog sneller dood dan Brits bier op een zonnig terras. Patriottisme draai je niet in elkaar als een Powerpoint-presentatie. Loyaliteit aan een land kun je niet eerst dertig jaar lang verdacht maken, om er vervolgens een beroep op te doen als je toch weer nodig hebt.
Zeker bij het invoeren van een dienstplicht komt daar nog een andere onderliggende waarde bij kijken die chronisch wordt onderschat: vertrouwen. Burgers moeten er op kunnen vertrouwen dat hun kinderen niet over de kling worden ge-Vietnamd door politici die hun eigen politieke overleving (en hachje) verwarren met het collectieve belang van de natie die zij zeggen te beschermen.
Als het op de herinvoering van een dienstplicht aankomt: vertrouwt u op de blauwe ogen van Schoof I?
Na die opmerking over kortpittige kapsels moet ik meteen denken aan soldatenlaarsjes.
Krijgt het begrip 'boots on the ground' meteen iets surreëels.
Lijkt mij geweldig de dienstplicht. Alle queers, sneeuwvlokjes en wokes onder één vaandel. Ik zie al die grote Russen al verlekkerd kijken naar zoveel snoepgoed op het slachtveld. Dan heb ik het nog niet gehad over die miljoen moslims waarvan het leeuwendeel zich eerst moslim en daarna Marokkaan of Turk voelt. Dat lijkt mij voor de betrouwbaarheid van de troepen erg hoopgevend vooral als moslimlanden de tegenstander zijn. Uit betrouwbare bron heb ik echter vernomen dat de mocro maffia dolenthousiast is. Eindelijk leren de jongetjes behoorlijk schieten.