Factcheck: welke nieuwe Kamerleden hebben dubbele belangen?
BV'tje. Bestuurtje. Bedrijfspandje
Deze week is de nieuwe Tweede Kamer geïnstalleerd. Uitstekend moment om hun doopceel te lichten via het nevenactiviteiten-register: wie heeft er een terugkeerregeling en welke partij heeft Kamerleden (*kuch CDA kuch*) wier portefeuille direct het eigen bedrijfsbelang raakt?
Van de 150 beëdigde Tweede Kamerleden zijn er 55 groene nieuwkomers. Het overgrote deel van de Kamer komt uit twee randstedelijke provincies (87 uit Noord- en Zuid Holland) en dankzij linkse kiezers die gehoor gaven aan de actie Stem op een Vrouw kwamen onder meer Fatiya Abdi (24), Mikal Tseggai (25), Lisa Vliegenthart (27) en Barbara Kathmann (32) van GroenLinks-PvdA op basis van voorkeursstemmen in de Tweede Kamer.
Hierdoor viste bijvoorbeeld GroenLinks-PvdA kandidaat Wilmer Bolhuis achter het net en hij baalde als een stekker omdat hij zijn functies als TNO-directeur en bij de Universiteit Leiden al had opgezegd. Bolhuis had blijkbaar geen terugkeerregeling geritseld.
Een terugkeerregeling is wat in totaal twaalf nieuwbakken Kamerleden wel hebben. Het merendeel van hen (negen stuks) hebben zo’n regeling bij een overheidsinstantie. Kamerleden hebben namelijk recht op terugkeer naar hun oude functie als ze daarvoor in dienst waren bij de overheid.
Dat is natuurlijk allemaal mooi maar tegelijkertijd kan het ervoor zorgen dat Kamerleden niet geheel ‘zonder last of ruggespraak’ hun werk doen. Als jij bijvoorbeeld weet dat je na je Kamerlidmaatschap weer aan de slag gaat bij je oude baas (zoals het Minsterie van Infrastructuur en Waterstaat), zal jij dan als Kamerlid met de portefeuille ‘ruimtelijke ordening’ je vorige én toekomstige broodheer stevig durven controleren vanuit de kamerbankjes (looking at you, Hanneke Steen (CDA) en Ani Zalinyan (GroenLinks-PvdA))?
Het is immers voor ambtenaren die de Kamer in gaan al lastig genoeg. Zo kreeg PvdA’er Attje Kuiken de nodige kritiek te verduren omdat zij het als voormalig ambtenaar bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken tijdens debatten expliciet opnam voor haar oud-collega’s. Of andersom: over Gijs Tuinman (BBB) werd op het departement gemopperd over de vele Kamervragen die hij stelde als Kamerlid. Hij zou als voormalig defensieman toch moeten weten hoeveel werk dat kost?
Kamerleden met een ambtelijk verleden liggen al onder een vergrootglas (het kan namelijk ook verwachtingen wekken bij ambtenaren als ‘een van ons’ de Kamer in gaat), en als deze Kamerleden dan óók nog eens een terugkeer-regeling hebben moet je ze als fractie misschien juist niet de portefeuille geven waarin ze hun meest recente én toekomstige werkgever moeten controleren.
Los van het feit dat het supergrappig is dat de woordvoerder integratie voor de PVV, Maikel Boon, een terugkeerregeling heeft als statushouder bij de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), geeft zijn fractie - samen met nota bene hun Nemesis D66 - wél het goede voorbeeld. Zo is voormalig hogeschool hoofddocent ICT Heera Dijk (D66), woordvoerder op onderwijs en ICT en heeft Rene Claassen (voormalig opleidingsmanager bij de Academie voor Verpleegkunde op Hogeschool Zuyd) de portefeuille geneeskundige zorg. Deze kamerleden kunnen hun kennis direct inzetten in de Tweede Kamer zonder dat ze een terugkeer-broodheer tegen de schenen hoeven trappen (of oneigenlijk kunnen proberen te bevoordelen vanuit de Kamer).
Des te meer valt in positieve zin op dat Tijs van den Brink (CDA) dertig jaar lang in de journalistiek heeft gewerkt bij de Evangelische Omroep en nu van zijn partij een portefeuille toegewezen heeft gekregen die daar totáál niets mee te maken heeft: integratie, (arbeids-) migratie en de rechtsstaat.
Broekzak/vestzak-politici
Sommige Kamerleden kunnen juist door een wirwar aan Haagse partijfuncties vastgezogen worden in een drassig moeras van afhankelijkheden. Zo is Ralf Dekker (Forum voor Democratie) niet alleen Tweede Kamerlid maar ook lid van de Provinciale Staten namens FvD én bestuurslid bij Eerlijk Eten, de maaltijdbox-service van FvD. Ook schreef hij het voorwoord in het boek van FvD Kamerlid Pepijn van Houwelingen, dat uitgegeven werd via Amsterdam Books, de FvD-uitgeverij. Zowel Van Houwelingen als Dekker zijn bestuurder bij de Tocqueville Stichting, verantwoordelijk voor het FvD-initiatief van de zogeheten Renaissance-scholen.
Voor degenen die niet bekend zijn met het Kamerlidmaatschap als verdienmodel, kijk vooral deze Nieuwsuur-repo terug over de commercialisering van de politieke beweging:
Wat je bij Forum voor Democratie ziet is dat politieke, commerciële, ideologische én persoonlijke loyaliteiten allemaal samensmelten binnen hetzelfde ecosysteem, waardoor een netwerkdruk ontstaat die veel sterker is dan de formele onafhankelijkheid die Kamerleden hebben. In mindere mate is dit bij JA21 te zien: Maarten Goudzwaard was zowel statenlid voor JA21 als beleidsmedewerker voor de Tweede Kamerfractie van JA21, en sinds deze week dus Kamerlid voor JA21.
Overigens kent de VVD ook een aardige hoeveelheid Kamerleden met allerlei bestuursbaantjes binnen de eigen gelederen. Neem bijvoorbeeld Ingrid Michon-Derkzen. Zij is fractiebestuurslid, bestuurslid van de Teldersstichting (het wetenschappelijk bureau van de partij), lid van de stuurgroep van de Haya van Somerenstichting en (kers op de taart) bestuurslid van de Bestuurdersvereniging van de VVD.
Gelukkig zitten er niet alleen beroepspolitici in de Tweede Kamer. Er zijn eenpitters, BV’tjes en allerlei holdings. Zo kun je bij het bedrijf van PVV-Kamerlid Erwin Prickaertz, ProDrink, flesjes water bestellen met een eigen label erop. Een gelijksoortige service biedt hij aan onder de noemer Water bij de Wijn. Hij verdient er volgens het register niets mee: zijn posities binnen die bedrijven zijn volgens de opgave van Prickaertz zelf ‘onbezoldigd’.
Er zijn meerdere Kamerleden die ‘onbekend’ of ‘onbezoldigd’ noteren bij functies waar hoogstwaarschijnlijk wel degelijk geld uit rolt. Toezichtfuncties (buiten de culturele sector) zijn doorgaans betaalde posities maar vrijwel iedereen (op Fatimazhra Belhrich van D66, na die keurig de 17.000 euro bruto per jaar vermeldt die ze tot haar aantreden in de Kamer verdiende als toezichthouder bij Cito Toetsen) zet dit soort bestuursfuncties op ‘onbezoldigd’ of ‘onbekend’.
Het Wybren van Haga Effect
Soms levert transparantie juist meer vragen op. Derk Boswijk (CDA) heeft een eigen consultancybedrijfje, bezoldigd, maar hoeveel geld daaruit komt en wie hij dan als Kamerlid voorziet van betaald advies staat nergens aangegeven. Toch voldoet Boswijk hier keurig aan de voorschriften: het register vraagt geen details over klanten of opdrachten en daarnaast hoeven Kamerleden ook niet per functie een exact bedrag aan te geven.
Nederland is een van de minst transparante landen in Europa. Het register vraagt niet naar aandeelhouderschap, eigenaarschap (UBO) of vermogensposities. Kamerleden geven aan of iets bezoldigd of onbezoldigd is maar hoeven niet per se aan te geven hoe hoog de eventuele bezoldiging is. Er is, kortom, volop ruimte in het Nederlandse systeem om dit register volledig in te vullen en tegelijkertijd volstrekt onduidelijk te zijn over je belangen. De Europese anti-corruptiewaakhond GRECO is hier al jaren kritisch op maar de Nederlandse Eerste en Tweede Kamer blijven vooralsnog overtuigd van het idee dat integriteitsregels vooral voor anderen nodig zijn, niet voor zichzelf.
Des te meer valt de gedetailleerde nauwkeurigheid van de VVD op. Blijkbaar heeft voormalig VVD-kamerlid Wybren van Haga, die door zijn alcoholgebruik en niet opgegeven vastgoedportefeuille van Sjopperdepop BV in opspraak kwam en de fractie uit werd geknikkerd, toch een blijvende positieve indruk achtergelaten. Neem bijvoorbeeld de opgave van VVD’er Daan de Kort: hij is ‘voor 11,11% eigenaar van een paardenwei’ en van ‘een tweede woning, bewoond door zijn vader’. Het risico dat hij - als woordvoerder Sociale Zaken en Werkgelegenheid - politiek iets zal moeten vinden over zijn zeer bescheiden vastgoedportefeuille, lijkt mij beheersbaar.
Nog zo’n VVD’er die alles Pietje Precies heeft ingevuld, is Renate den Hollander. Ze is dierenarts en eigenaar van een praktijk maar geeft aan dat ze de werkzaamheden op een ‘zeer laag pitje’ (ter waarde van 6000 euro per jaar bruto) heeft staan, en alleen nog spoeddiensten en invalwerk verricht. Ze is ‘bezig het op afstand te zetten via overdracht werkzaamheden en zeggenschap’, waar ze momenteel nog een zakelijke entiteit van heeft voor huisvestingskosten en inkomsten voor het pand zelf. Tot maart 2026 zit ze nog in de ledenraad voor zorgprofessionals. Een dierenarts met (onder andere) dierenwelzijn in haar portefeuille klinkt eerder logisch dan verstrengelend.
Dit ligt wat anders voor SGP’er André Flach. Hij verhuurt ‘bedrijfsunits in privé-eigendom’ en hoewel hij deze heeft gecategoriseerd als ‘onbezoldigd’, vermoed ik dat hij ze niet gratis weggeeft (zo ja: mail ff want ik ken nog wel wat ondernemers op zoek naar gratis werkruimte). Als woordvoerder Economische Zaken, Financiën (exclusief fiscaliteit), Binnenlandse Zaken en Ruimtelijke Ordening zal hij namens de SGP mogelijk dossiers onder zijn neus krijgen die direct aan zijn commerciële vastgoedactiviteiten raken, zoals ondernemershuisvesting, huurregimes bedrijfsruimte, mkb-regelingen, regels rond bedrijventerreinen, ruimtelijke toewijzing en omgevingsrecht.
Toch moet hier wel bij gezegd worden: de SGP is een kleine fractie, dus als je als Kamerlid een stuk of zeven portefeuilles moet beheren, is de kans groter dat daar iets tussen zit dat een persoonlijk belang kan raken. Benieuwd of lid Flach daarover transparant zal zijn in de aankomende (commissie-) debatten.
Vastgoedportefeuille in Plasdrasgebied
Het onderscheid tussen transparant en schaamteloos is soms moeilijk. Ondanks de achttien zetels krijgen de christendemocraten het voor elkaar om uitgerekend iemand met een boerenbedrijf de portefeuille landbouw te geven. Zo is Jan Arie Koorevaar (CDA) eigenaar van Polderleven BV, een melkveebedrijf met een recreatietak die bestaat uit de verhuur (vanaf 2026) van zogeheten Polderlodges. De totale projectkosten voor de recreatiewoningen bedroegen 435.567,43 euro maar gelukkig kregen ze een EU-bijdrage van 160.000 euro en een provinciale subsidie van 40.000 euro (voordat u gaat denken dat het hier slechts gaat om een schuurtje in de tuin).
Daarnaast zit hij met zijn ouders nog in vennootschap Firma A. Koorevaar den Besten. In beide functies is hij nog actief en beide functies zijn bezoldigd - alleen staat er geen bedrag bij. Hoe het ook zij: als Kamerlid moet hij dus beslissingen nemen die een directe invloed kunnen hebben op zijn eigen bedrijfsresultaten.
Nog zo’n voorbeeld uit dezelfde CDA-fractie: Luciënne Boelsma-Hoekstra. Ontvangt jaarlijkse inkomsten (hoeveel staat er niet bij) uit de maatschap van een melkveehouderij (welke is onbekend), maar heeft tegelijkertijd wel beleidsonderwerpen in haar portefeuille die haar eigen jaarlijkse uitkering direct kunnen raken: water en bodem, infrastructuur en decentrale overheden.
Dit is overigens niet de eerste keer. Zo was CDA’er Maurits von Martels een adelijke landeigenaar, melkveehouder en horeca-eigenaar, die in 2017 met voorkeurstemmen tot CDA-Tweede Kamerlid werd gekozen. Zijn portefeuilles waren glastuinbouw, gewasbescherming, natuur, visserij, milieu, externe veiligheid, circulaire economie, vrijetijdseconomie, sport, biotechnologie, dierenproeven, milieu, externe veiligheid biobrandstoffen en nucleaire veiligheid. Ondanks deze rits aan portefeuilles beperkten zijn initiatiefnota’s zich echter tot weidevogels en groen in de stad (in 2023 stapte hij over naar BBB).
In Nederland wordt het niet per se vreemd gevonden als Kamerleden eigen deelbelangen hebben. Sterker nog, in een representatieve democratie hoort het er juist bij dat maatschappelijke sectoren, beroepsgroepen of regio’s ook via volksvertegenwoordigers in de Kamer terechtkomen. Als ze eenmaal in de Tweede Kamer zitten, controleren we echter niet hoe ze omgaan met dubbele belangen (een bijwerking van een vertegenwoordigende democratie), maar of ze die van te voren netjes aangeven.
Het Van Haga-incident laat zien dat niet de belangen zélf het taboe vormen, maar het verhullen ervan. Precies dat is het hele probleem.
Integriteit als administratieve handeling
Het doet me denken aan een boekje dat ik ooit las, een jaren ‘60 Prisma Pocket over Spartaanse opvoeding. Jongens moesten daarin iets uit de tempel pikken. Alleen als ze betrapt werden, kregen ze straf. Net als in Den Haag: niet het hebben van een conflicterend belang is problematisch, enkel betrapt worden op het verbergen van een mogelijk belang is een probleem. De norm is dus niet eerlijkheid maar het voorkomen van ‘gedoe’.
Omdat nevenactiviteiten in Den Haag vooral worden gezien als administratieve verplichting (en journalisten zoals ik doorgaans alleen controleren wie iets vergeten is te melden), ontstaat er een vreemd effect: zodra een Kamerlid een belang netjes noteert, is iedereen het vervolgens direct vergeten. Het register fungeert dan eerder als aflaat dan als waarschuwingslampje. Want wat is uiteindelijk het verschil tussen Wybren van Haga, die zijn vastgoed niet opgaf, en een Kamerlid dat het wél opschrijft maar nooit wordt bevraagd (of zelf aangeeft) hoe dat belang doorwerkt in zijn of haar stemgedrag, amendementen of woordvoerderschap?
Nederland doet graag alsof belangenvertegenwoordiging en politieke neutraliteit probleemloos naast elkaar kunnen bestaan (‘door kennis van zaken is het juist een goed Kamerlid!’) maar in de praktijk schuurt het toch een beetje als iemand met een melkveebedrijf landbouwwoordvoerder wordt. Zeker omdat bij een klassieke middenpartij zoals het CDA niemand ook maar een wenkbrauw fronst, terwijl een partij zoals BBB eerder de wind van voren kreeg omdat ze met een fractie vol boerenbelangen landbouwbeleid ging controleren en vormgeven. Toen was er volop mediakritiek voor de schijn van zelfbediening.
Daarnaast speelt er nog iets anders: in de Tweede Kamer bestaat nauwelijks een cultuur waarin Kamerleden tijdens debatten actief aangeven dat ze een persoonlijk of zakelijk belang hebben bij een onderwerp. Waar gemeenteraadsleden regelmatig beginnen met: ‘Voorzitter, ter informatie: ik heb een belang in…’, gebeurt dat in de Kamer vrijwel nooit. Het is geen gewoonte en dus geen onderdeel van het politieke gesprek.
Dat hoeft dus ook niet: in Nederland zijn zaken immers geregeld en afgetikt zodra ze ergens geregistreerd staan. Integriteit is hierin niet anders.
Deze artikelen zijn gratis te lezen, maar niet gratis te maken. Steun mijn werk en schrijf je in, deel het artikel of overweeg een betaald lidmaatschap. Een eenmalige donatie is uiteraard ook welkom!





